KLOOSTER IN ADUARD
Veel
landerijen in het Halfambt waren in beklemming uitgegeven door het klooster te
Aduard.
Door
de toenemende macht van de Protestantse beweging kwam hieraan in 1594
definitief een einde, en werden de eigendomsrechten van de kloosters
“genationaliseerd” door de provincie. Deze wijziging van eigendom maakte deel
uit van een Reductie genoemde overeenkomst tussen de Stad Groningen en de
Ommelanden. Al eerder vonden geweldadigheden tegen de kloosters plaats; na het
verraad van Rennenberg werd in 1580 door de bekende geuzenaanvoerder Barthold
Entens van Mentheda een groot deel van het klooster te Aduard in de as gelegd
en daardoor ging ook de administratie van de uitgegeven beklemmingen verloren
[zie OG V 36 4].
Als
men langs Aduard naar het Halfambt rijdt passeert men daar het merkwaardige
gebouw op bovenstaande foto, dat het enige overblijvende is van het klooster.
Oorspronkelijk was dit een ziekenzaal. Het is het oudste medische gebouw in
Nederland, gesticht in 1297. De klok, die loodrecht op de gevel [later?] is
aangebracht, is tamelijk uniek.
Op
deze maquette zijn onder de bestaande bebouwing [de grijze gebouwtjes] in zwart
de contouren aangegeven van de toestand ten tijde van de volle glorie van het
klooster. Midden boven [bij het vraagteken] de ziekenzaal, die heden ten dage in gebruik is als NH kerk.
Aan
de onderzijde de contouren van de circa
Het
klooster was een van de grootste in Noord West Europa. Het omgrachte terrein
besloeg
Het
klooster bezat ook belangrijke kunstvoorwerpen. Zo zijn de 2 schilderijen in
het Groninger Museum van Jan van Scorel eruit afkomstig.
Afbeelding uit: F. van der Meer, Atlas de l'ordre Cistercien.
De vestigingen van de orde in Noord Nederland. Grotere kloosters met rode stip.
Duidelijk loopt de Hunze van Groningen naar de Lauwerszee. Schilligeham ligt juist ten westen van de enige zichtbare scherpe bocht daarin.
Daarnaast
kende het klooster vele voorwerken, waaronder Schilligeham en Alinghuizen in
onze streken. Hier werkten monniken en conversen onder leiding van een
gregarius aan landontginning.
Het
totale grondbezit van het klooster bedroeg wel
Provincie
In
1594 werd de administratie van deze beklemmingen overgenomen door de provincie.
De tamelijk onoverzichtelijke handgeschreven folios werden door Spanheim
toegankelijk gemaakt met als beginjaar de toestand in 1632, blijkbaar het einde
van een rommelige overgangstijd. Daarmee is dit het vroegste jaar waarmee
meestal een genealogie op persoonsniveau voor de Groninger Ommelanden kan
aanvangen.
Over
eerdere tijden is de administratie verloren gegaan. Zo dat niet het geval was,
is de vraag of dit veel zou opleveren. De vroege takken van bijvoorbeeld de
Genealogie Homan bevatten wel erg veel omissies en omstreeks-vermeldingen.
Mogelijk
bestaan voor zeg 1600 enigszins betrouwbare gegevens met betrekking tot
individuele personen alleen voor adelijke families, die zo hun verervende
rechten vastlegden. Voor geringere lieden wordt dan met een gedetailleerde
micro-geschiedenis het hoogst haalbare inzicht in het verleden bereikt.
Wetenschap
en religie
Ook
op religieus en wetenschappelijk terrein was het klooster vermaard. Geleerden
uit heel Europa bezochten het klooster, zoals de Italiaanse bisschop Emanuel
van Cremona. Er bestonden innige banden met grote Europese universiteiten als
de Sorbonne in Parijs.
In
dit verband moet zeker ook Roelof Huysman [Baflo 17-2-1444 Heidelberg
27-10-1485] worden genoemd. Hij is beter bekend onder de naam Rudolf Agricola
als de eerste Nederlandse humanist van Europese faam en een van de voornaamste
vertegenwoordigers van het bijbelse humanisme. Deze gegevens zijn ontleend aan de Grote
Winkler Prins versie 1975 [GWP]. De straat naar verluid lopende langs zijn
geboorteboerderij is ook vandaag nog naar hem vernoemd.
Hetzelfde
lemma in GWP vermeldt, dat Agricola studeerde in Groningen, Erfurt, Leuven en
Pavia, maar het lemma over Aduard neemt hem en ook Wessel Gansfort op als
vooraanstaande personen die aan de kloosterschool hun
opleiding ontvangen hebben. Omdat de Universiteit van Groningen pas in 1614
ontstond, lijkt een studie daar niet waarschijnlijk. De studie van Agricola
moet dus in Aduard zijn aangevangen. Het klooster daar
was tot de verwoesting in 1580 het grootste van Groningen [ zegt hetzelfde GWP
lemma over Aduard].
Bovenstaande
tegenstrijdigheid illustreert, dat vanuit het blikveld van een Amsterdamse
GWP-redactie en na meer dan 5 eeuwen Groningen en Aduard, te dicht bij elkaar
liggen om er echt nauwkeurig over te kunnen schrijven.
Voor
de ontwikkeling van de wetenschap is het belang van Agricola, dat hij brak met
de middeleeuwse scholastiek, voornamelijk gebaseerd op bestudering van Latijnse
bijbelteksten. Zijn talenkennis was zeer groot, en als een van de eerste
Westerse [in tegenstelling tot Byzantijnse en Islamitische] geleerden was hij
het Grieks machtig. De kennis van deze taal zal later, na de val [=Islamitische
inname] van Constantinopel in 1453 en het vertrek van de dan daar wonende
Byzantijnse geleerden naar Italië van nog meer belang worden om opnieuw toegang
te krijgen tot het gedachtengoed van klassieke Griekse wiskundigen. Het is de
vertaling in het Latijn, gevolgd door een omwerking van deze klassieke
gedachten, die de grondslag heeft gelegd voor de meer moderne wiskunde.
In
1710 completeerde Edmund Halley [meest bekend als astronoom, maar er zijn
bijvoorbeeld ook eminente bijdragen van hem aan de
grondslagen van de actuariele wetenschap] in Oxford de vertaling in het Latijn
van alle 8 boeken Conicorum [de kegelsnedenleer, parabolen en zo] van de
Griekse wiskundige Apollonius Pergaeus. Eerder waren deeluitgaven van 4. 5 en 7
boeken verschenen. Het totale vertaalproject duurde zo 218 jaar, en de
afronding daarvan werd blijkbaar door Halley als belangrijk ervaren. Hij eerde
dit met een prachtuitgave in folio op prachtig papier [zie boek#
Jürgen
Dinter [Keulen] is zeer deskundig op het gebied van zulke vertalingen
Grieks/Latijn. Meer dan zich daarin op te dringen moedigt hij mij aan mijn
eigen ontdekkingen te doen.
Op
religieus terrein leidde kennis van het Grieks tot hernieuwde bestudering van
meer oorspronkelijke bijbelteksten, en was zo een aanzet tot de Hervorming
vanaf 1517.
Zo
was Agricola een echte religieuze en wetenschappelijke vernieuwer. Onder
tijdgenoten sprak onder meer Erasmus lovend over hem. Ook was hij echt vroeg.
Pas aan het eind van zijn leven werd de boekdrukkunst uitgevonden.
Historische
Vereniging
Aduarders,
Groningers en Nederlanders mogen met recht trots zijn op de imposante historie
van het klooster. Toch weet haast niemand ervan. Daarom is in 2002 de
Historische Vereniging Aduard [HVA] opgericht, die intussen 75 leden telt.
Een
van de projecten van de vereniging betreft de ontwikkeling van een Educatief
Historisch Centrum [EHC] naar model van een zusterklooster Ename 974 in België, waar een combinatie is gezocht
van erfgoedontwikkeling, nieuwe technologische presentaties en lokale
ontwikkeling.
Zo
te zien wordt daar op onderstaande foto met digitale middelen de oude situatie
in de ruimte geprojecteerd.
Abtenkroniek
De
abtenkroniek is het verhaal van de St. Bernardusabdij geschreven door Aduarder
monniken in de 15e en 16e eeuw. Een exemplaar an dit manuscript bevondt zich in
de Groninger Archieven.
Groninger
Archieven. Abtenkroniek
Een
vertaling in het Nederlands verscheen in 1724. Daarvan is alleen een exemplaar
bekend in de Provinciale Bibliotheek, Assen.
Opgenomen in:
H. van Rhijn Oudheden en Gestichten van Groningen en
Groningerland',
Leiden 1724.